Er zijn een aantal punten waar je altijd op moet letten bij de kleurkeuze van je kleding.

Kleur is een kwestie van persoonlijke smaak en betekenis

Er zijn dingen die vrij algemeen gelden: zwart is netjes of agressief, roze is romantisch en donkerblauw zakelijk. Ook in het dagelijks leven zie je betekenis van kleur terug. Denk maar aan rood, oranje en groen van het stoplicht of zwart bij een begrafenis.

De kleurentheorie

Om kleur goed te kunnen begrijpen , is het handig om wat kennis te hebben van de kleurentheorie. Er zijn primaire, secundaire en tertiaire kleuren. De primaire kleuren zijn rood, geel en blauw. Met zwart en wit en de primaire kleuren kunnen alle kleuren worden gemaakt.

Twee primaire kleuren geven samen een secundaire kleur. Als de primaire kleuren in een verhouding van 50% – 50% worden vermengd, ontstaat:

• rood + geel = oranje
• rood + blauw = paars
• geel + blauw = groen

Tertiaire kleuren zijn samengesteld uit de drie primaire kleuren.

Kleurencombinaties

Erg belangrijk in de mode is de combinatie van de ene kleur met de ander. Twee kleuren naast elkaar vormen een contrast. Contrast is het verschil in kleur, de tegenstelling van twee kleuren. Het sterkste contrast is zwart en wit.

In kleurcombinaties onderscheiden we verschillende soortencontrast :

• Koel en warm contrast: koele en warme kleuren naast elkaar. Warme kleuren zijn geel, oranje en rood. Koele kleuren zijn groen, blauw en paars. Binnen een kleur zijn er ook koele en warme tinten.
• Ton sur ton: (tint op tint) het kleine contrast van twee bijna dezelfde kleuren. Het is een contrast dat vooral in de mode wordt onderscheiden.

Kleuruitstraling

Naast kleurcontrasten is de uitstraling van kleur belangrijk. Kleur heeft namelijk een emotionele uistraling. Dat is het gevoel dat mensen krijgen als ze kijken naar iemand die op een bepaalde manier gekleed is. Bijvoorbeeld een dieprood colbert straalt warmte en gezelligheid uit.

De vier seizoenen

We verdelen mensen in vier typen, genoemd naar de vier seizoenen. Bij elk type (lente-, zomer-, herfst-, wintertype) hoort een kleurenpalet:

• lentekleuren: lichte, heldere kleuren met een gele ondertoon
• zomerkleuren: lichte, gedempte kleuren met een blauwe ondertoon
• herfstkleuren: donkere, gedempte kleuren met een gele ondertoon
• winterkleuren: donkere, heldere kleuren met een blauwe ondertoon